Anglaonema

Anglaonema

Aglaonema’s zijn zeer decoratieve designplanten met grijze, roomkleurige en groenbonte bladeren

Aglaonema’s zijn schitterende planten uit de aronskelkfamilie (Araceae). De meeste van de ruim vijftig soorten groeien in het tropische deel van Azië, van het Filippijnse eiland Luzon tot Vietnam, Thailand, Birma (Myanmar), Sri Lanka en Indonesië. Het zijn bladplanten met vaak indrukwekkend getekende, grote, bonte bladeren. Ze groeien rechtop en vormen korte stammetjes waaruit aan de toppen de lancetvormige tot ovale bladeren groeien aan stelen die vaak ongeveer even lang zijn als de bladeren zelf (tot zo’n 30 cm). Het zijn planten die op de oerwoudbodem in het groene schemerlicht van de vochtige tropische wouden groeien. Ze kunnen daardoor met weinig licht toe. Voor kamerplanten (en dat zijn Aglaonema’s bij ons) is dat een ideale herkomstsituatie, want voor veel planten is er in huis in feite te weinig licht.

De soorten die wij in Europa als kamerplanten toepassen, worden tussen de 30 cm en 1 m hoog. In de tropen komen ook veel hogere, meer boomachtige Aglaonema-soorten voor. Behalve dat ze prachtig blad hebben kunnen sommige gekweekte soorten ook heel aantrekkelijk bloeien. Dan verschijnen aan aparte stelen kleine, aronskelkachtige bloeiwijzen tussen de bladeren.  Die witte of geelachtige bloeiwijzen bestaan uit een schutblad rond een bloeikolf, met op die bloeikolf grote aantallen, heel kleine bloempjes. Soms worden die ook in huis door insecten bevrucht (die brengen het stuifmeel over). Dan worden bij die planten prachtig gekleurde vruchten gevormd (oranje of rode bessen).

 

Algemene verzorging van Aglaonema’s in huis

Het liefst staan ze op een warme plek met zo vochtig mogelijke lucht (dus niet pal boven de verwarming; heb je vloerverwarming, zet je Aglaonema dan niet direct op de vloer). Houd je hygrometer in de gaten; laat de luchtvochtigheid zeker niet onder de 50 zakken. Een verdampingsbakje met water in de buurt of veel sproeien (water over de bladeren vernevelen) is dus wel nodig. Een pot met onderschotel – waarin water kan blijven staan – is voor deze planten ideaal. Geef water als de potgrond wat droger begint te voelen. Als je giet of sproeit, doe dat dan met lauwwarm, kalkvrij water. Kalkvrij water krijg je door te ontharden (GroenRijk heeft daarvoor prima middelen in voorraad) of gebruik regenwater dat je buiten opvangt. Laat altijd een gietertje gevuld met water binnenstaan, zodat dat kamertemperatuur krijgt. Dat is goed genoeg. De planten gaan in deze periode van het jaar (de herfst) min of meer in rust. Hun echte groeiperiode valt tussen april en augustus. Geef ze dan om de veertien dagen vloeibare (kalkvrije; dat heeft GroenRijk ook voor je) plantenvoeding in het gietwater. In normale concentratie. Tijdens de winter hoef je eigenlijk geen voedsel te geven.

De planten verdragen lichte schaduw tot zelfs halfschaduw. Ze mogen zeker geen direct fel zonlicht krijgen. We gaan het koude jaargetijde weer in: zorg dat de luchttemperatuur ook ’s nachts niet beneden de 15-18 °C zakt.

Mocht je je Aglaonema vanwege de groei willen verpotten, doe dat dan in maart-april in een wat grotere, vooral bredere pot. Aglaonema’s wortelen niet zo diep. Zorg dat er onder in de pot scherven komen voor een goede waterafvoer. De planten houden van een wat zure, luchtige potgrond, bijv. heideplantengrond of gewone potgrond waar je turfmolm doorheen mengt.

 

Enkele soorten en cultivars

GroenRijk heeft een fraaie keuze gemaakt uit o.a. de volgende soorten die in een grote kweekpot (doorsnee 14 cm) worden aangeboden:
Aglaonema commutatum: deze soort heeft donkergroen blad dat langs de nerven een grijze tekening vertoont. Hij kan bloeien en heeft dan groenwitte schutbladen rond de bloeikolven. Na de bloei verschijnen vaak glanzende, rode bessen. Er zijn drie ondersoorten en diverse rassen zoals ‘Treubii’ (met smaller blad dat meer lichtgrijs is getekend) en ‘Pseudobracteatum’. Bij de laatste zijn de bladstelen geelachtig wit, hebben de groene bladeren een opvallende grijsgroene en roomwitte vlekkentekening en de met bladlittekens bezette stammetjes hebben ook een witte tekening. Nog meer wit in het blad hebben o.a. ‘Silver King’ en  ‘Silver Queen’.

Aglaonema costatum: een lage soort (30 cm hoog). De brede, donkergroene bladeren hebben een witte middennerf en vertonen veel witte vlekjes.

Aglaonema crispum: deze soort wordt ook nog wel (verouderde naam) A. roebelinii genoemd. Hij wordt tot 1 m hoog, vormt een duidelijke stam en heeft groen, grijsgevlekt blad. Ook deze vormt vaak rode bessen na de bloei.

Aglaonema modestum heeft wasachtige, golvende groene bladeren. De cultivar ‘Variegatum’ heeft bovendien gele vlekken.

Aglaonema pictum: bij deze soort maakt het groene blad (met grijsgroene vlekken) een fluwelige indruk. Heel mooi en stamvormend! Die stam wordt langzaam grijs. Ook bij deze soort golven de bladeren iets. Die bladeren zijn 12-15 cm lang. Er bestaat van deze soort een cultivar ‘Tricolor’ waarbij naast de geelgroene basiskleur  ook nog zilverwitte vlekken in het blad zitten.

 

TIP

Als Aglaonema’s gaan bloeien, doen ze dat in de zomer of het begin van de herfst. Daarna kunnen er bessen verschijnen die heel lang aanblijven. Je kunt van deze planten vele jaren lang plezier hebben en ze staan mooi in iedere interieurstijl: van klassiek tot de ruige, grijze technostijl!

 

In kort bestek

Aglaonema’s zijn schitterende meerjarige kamerplanten waarvan de soorten uit de tropische oerwouden van Zuidoost-Azië stammen. Ze worden vooral om hun groen met grijze en roomwitte bladeren gewaardeerd, maar ze kunnen ook aronskelkachtig bloeien en dan oranje of rode bessen vormen. 30-100 cm hoog. Geef regelmatig water, besproei het blad, niet in fel zonlicht zetten en de luchttemperatuur niet onder 15 °C laten zakken. Echte designplanten!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.